De laatste jaren hebben kabinetten vrijwel alle keuzes voor zich uitgeschoven uit angst voor het verlies van kiezers. Iedereen is bang en kijkt alleen maar naar peilingen en daardoor is er de laatste jaren ‘natuurlijk’ niets gebeurd, zegtWinnie Sorgdrager, staatsfunctionaris voor ministers en staatssecretarissen. ‘Je moet niet te bang zijn. Doe het maar, dan verlies je een keer, maar het zij zo.’
Moet je horen
Winnie Sorgdrager: ‘Kabinet heeft laatste jaren alles voor zich uitgeschoven’
Het stikstofdossier laat zien dat de politiek zelf vrij makkelijk een loopje neemt met de rechtsstaat. Je kunt de Nederlandse wet niet zo veranderen dat die niet meer in overeenstemming is met Europese regels. Als er dan wegen worden verzonnen om daar toch onderuit te komen geef je mensen valse hoop, waarschuwt Sorgdrager. 'Mensen denken dat ze toch een vergunning kunnen krijgen. Als dat dan niet zo blijkt te zijn, ben je een onbetrouwbare overheid. Het is voor mij een gebrek aan politieke daadkracht.'
Het is eigenlijk heel raar dat er specifieke formatie-afspraken over de rechtsstaat nodig waren, vindt Sorgdrager. De rechtsstaat is immers een gegeven. Dat wil overigens niet zeggen dat er niet over gediscussieerd mag worden. 'Dat is wat anders. Maar je moet er niet aan tórnen. Als de overheid bepaalde regels voor zichzelf heeft gesteld, moet ze zich daaraan houden. En dan zal de rechter daar wat van vinden.'
Rechter op de stoel van de politiek
De rechtsstaat heeft zoveel verschillende facetten dat je best een discussie kunt hebben over rechtsstatelijke zaken, zegt Sorgdrager. Een interessante recente discussie was volgens haar in hoeverre de rechter op de stoel van de politiek kan gaan zitten. 'Dat heeft óók met rechtsstaat te maken en het is wel een interessante discussie.' De grote vraag is hoever je daarin kunt gaan. 'Natuurlijk biedt de wet ruimte voor interpretatie: die is niet van boven gegeven, maar de wet is wel de wet. En de rechter houdt zich aan de wet.'
Lees ook | Den Haag kijkt met argusogen naar toespraak Wilders op ultra-conservatief Hongaars congres
Tot nu toe heeft nog geen (demissionair) bewindspersoon contact opgenomen met Sorgdrager, sinds ze staatsfunctionaris voor ministers en staatssecretarissen is. En heel druk verwacht ze het ook niet te krijgen in haar nieuwe functie. Al had ze in haar eigen periode als minister best behoefte gehad aan een klankbord. 'Ik heb wel zitten denken: gesteld dat er in mijn tijd zo iemand was geweest, had ik dan ooit een keer een gesprek willen hebben?'
‘Iedereen heeft een belang’
Het vrij eenvoudige antwoord op die vraag is 'ja', als het aan Sorgdrager ligt. Zij moest in haar tijd als minister van Justitie samenwerken met Arthur Docters van Leeuwen als voorzitter van het Openbaar Ministerie — die uiteindelijk na een conflict het veld moest ruimen. 'Voordat dat allemaal culmineerde gebeurden daar natuurlijk dingen. Met wie moet je daar nou over praten? Iedereen met wie je het erover kúnt hebben, heeft een belang. Dan had ik best een relatieve buitenstaander willen vragen wat je in zo'n geval moet doen.'
Lees ook | Het wordt krap voor de formerende partijen
Sorgdrager verwacht in haar rol als staatsfunctionaris onder meer vragen over dilemma's waar bewindslieden liever niet met hun eigen partij over praten, en misschien ook niet met hun secretaris-generaal. 'Als je toch een soort klankbord wilt, kan dat. Het kan zijn dat iemand zich in het kader van belangenverstrengeling afvraagt of iets wel of niet mag. Of dat iemand in zijn of haar omgeving iets ziet gebeuren waar die geen raad mee weet. Het is nadrukkelijk ook vertrouwelijk, er worden geen verslagen van gemaakt.'
Luisteren en klankbord
De oud-D66-politica deelt de nieuwe functie met collega-minister van Staat Jaap de Hoop Scheffer. Beiden kunnen putten uit jarenlange ervaring als minister en die ervaring zal ze aanwenden. 'In principe gaat het om luisteren. Je bent een klankbord en misschien komt iemand met een kwestie die ikzelf wel eens heb meegemaakt. Het is niet per se bedoeld als adviserend, hoewel ook dat er best wel eens van kan komen.' Maar dat hangt volledig af van de vragen die ze op haar bordje krijgt: 'Om welke mensen gaat het, en wat willen ze?'
Sinds haar eigen periode als minister, in het eerste Paarse kabinet tussen 1994 en 1998, is de wereld fors veranderd. Integriteitskwesties en transparantie lijken nu veel meer een hot issue dan in 'haar' tijd. Bovendien was er destijds nog nauwelijks internet, laat staan sociale media. 'Het gaat over allerlei dingen, van integriteit tot belangenverstrengeling en grensoverschrijdend gedrag. Het was echt een heel andere wereld, er is zoveel veranderd.'